Om in 2050 impact te hebben, moeten nieuwe materialen nu ontwikkeld worden
19 June 2018
In zijn oratie beschreef Gruter de lijnen waarlangs hij aan de UvA wil werken aan verduurzaming van de chemie, en daarmee aan het verminderen van de CO2 footprint van de sector. Daarbij plaatste hij de ontwikkeling in wetenschap en technologie in het perspectief van de maatschappelijke noodzaak van de transitie naar klimaatneutrale, duurzame productie van energie en – vooral - materialen.
Gruter benadrukte de relevantie van economische haalbaarheid van de nieuwe generatie duurzame plastics: 'We moeten alternatieve materialen ontwikkelen die kunnen concurreren in kosten, kwaliteit én duurzaamheid.' Volgens hem liggen er grote kansen omdat het huidige wereldwijde productievolume van 325 miljoen ton plastics zal groeien tot 1,1 miljard ton in 2050. 'De echte kans voor hernieuwbare materialen ligt in die 750 miljoen ton groei. In een groeimarkt zijn nieuwe processen veel gemakkelijker te introduceren dan wanneer ze bestaande op fossiele grondstoffen gebaseerde capaciteit vervangen. Maar om impact te hebben in 2050, moeten deze nieuwe materialen NU worden geïdentificeerd.'
Gruter realiseert zich dat het gebruik van biomassa in het duurzaamheidsdebat ter discussie staat. Maar waar het om duurzame chemicaliën en materialen gaat, kunnen we niet om het gebruik van biomassa heen: 'Daar is biomassa momenteel het enig beschikbare alternatief voor aardolie. Daarom moet het in de komende decennia mogelijk worden om allerlei soorten biomassa te gebruiken voor toepassingen in chemie en materialen.' Op de langere termijn kan CO2 een grondstof worden voor de chemische industrie, aldus Gruter, als er voldoende goedkope hernieuwbare energie beschikbaar is om het chemisch om te zetten.
Als wetenschapper toonde Gruter zich optimistisch over het vinden van oplossingen die de duurzaamheidstransitie mogelijk maken. 'Maar ik raak vaak in de war en soms ook enorm teleurgesteld door alle emoties, nepfeiten, gebakken lucht, rookgordijnen, miscommunicatie, misverstanden en de daaruit voorvloeiende frustraties in het publieke debat over duurzaamheid in al zijn aspecten. Sociale media hebben dit zeker beïnvloed.' Informatie en communicatie zijn relevanter dan ooit, aldus Gruter. 'Dat is waarom ik in mijn onderzoek aspecten met betrekking tot communicatie rond duurzame materialen wil aanpakken, begrijpen en proberen te beïnvloeden. Waar het om gaat is dat we het publiek bij de transitie moeten betrekken. Wetenschap moet de afstand verkleinen.
Tijdens het minisymposium voorafgaand aan de oratie gaf faculteitshoogleraar Joost Reek een introductie op het UvA onderzoekszwaartepunt Sustainable Chemistry. Heather Leslie van de Vrije Universiteit zette de milieuproblematiek rond microplastics uiteen en beschreef hoe ze samen met Gruter onderzoek gaat doen naar PET microvezels in een mariene omgeving.
Avantiums CEO Tom van Aken legde uit waarom en hoe zijn bedrijf duurzame chemie ontwikkelt en hoe belangrijk Gruters bijdrage daarbij is. Filosoof Bas Haring van de Universiteit Leiden gaf een inkijkje in de problemen van de publiekscommunicatie rond ingewikkelde onderwerpen als duurzame materialen, en tenslotte gaf Emmo Meijer, boegbeeld van de Topsector Chemie, zijn visie op de verduurzaming van de chemiesector in de regio Nederland/Vlaanderen/Ruhrgebied.